e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

Gevonden: 2305
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesteven voorstuk van een overhemd borsthart: boͅstheͅt (Linkhout), borststuk: boͅststək (Linkhout) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek gestreepte broek: gəstrebdə broͅuk (Linkhout) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getob; tobben gemartel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gemettel (Linkhout) gemartel [ZND 01 (1922)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraoədə vrao (Linkhout) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen tuigen: tuigen (Linkhout) getuigen [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevaarlijk gevaarlijk: met vuur spelen es gevaarlek (Linkhout), met vuur spelen is gevaerlijk (Linkhout) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel gevaarlijk: da es ne gevaarlijke keirel (Linkhout), da is n gevaerlijke kerel (Linkhout) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevak vak: vak (Linkhout) Het open vak dat ontstaat wanneer de horizontale en verticale balken aan elkaar bevestigd worden. In het gevak wordt het vlechtwerk of het metselwerk aangebracht. [N 4A, 52e; monogr.] II-9
gevangenis bak: Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.  bak (Linkhout), kot: Van Dale: kot, 4. gevangenis.  kot (Linkhout) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevel gevel: gēͅəvəl (Linkhout) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] III-2-1