31594 |
hoeftouw |
hoefzeel:
huf˲zijǝl (P047p Loksbergen)
|
Het touw dat gebruikt wordt om de hoef die beslagen moet worden, vast te binden. [N 33, 376]
II-11
|
25008 |
hoek (tussen twee lijnen) |
hoek:
hŏĕk (P047p Loksbergen),
huk (P047p Loksbergen),
hoekje:
hykukə (P047p Loksbergen),
top:
tip (P047p Loksbergen)
|
de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] || hoek [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
32524 |
hoekstekken |
hoekstekken:
hukstɛkǝ (P047p Loksbergen)
|
De op ieder van de vier hoeken geplaatste, rechtopstaande wissen. Zie ook afb. 282. [N 40, 81]
II-12
|
22358 |
hoepel |
reep:
riejep (P047p Loksbergen)
|
a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22359 |
hoepelen |
repen:
riejepe (P047p Loksbergen)
|
b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18017 |
hoest |
hoest:
hūst (P047p Loksbergen)
|
hoest [ZND m]
III-1-2
|
33034 |
hoeveelheid halmen voor een halve schoof |
geleg:
gǝlęx (P047p Loksbergen)
|
In het zuiden van Belgisch Limburg waar met de zicht wordt gemaaid kent men het begrip "ongebonden halve graanschoof"; de maaier haalt met één keer inkappen en uitwinnen de hoeveelheid halmen voor een halve schoof bijeen. In de rest van het onderzoeksgebied komt het begrip niet voor. Zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf en kaart 19. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 29; monogr.]
I-4
|
21866 |
hogen |
hogen:
hōēgə (P047p Loksbergen),
hūūgə (P047p Loksbergen)
|
de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24324 |
hommel |
hommel:
hoeməl (P047p Loksbergen)
|
Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20524 |
homp brood |
homp:
hŏĕmp (P047p Loksbergen)
|
homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|