e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geknotte wilg knotwilg: knotwilg (Lommel, ... ), knotwillig (Lommel, ... ), soets: soets (Lommel, ... ) knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)] III-4-3
gekookte hersens hersens: Syst. Grootaers  heͅrsəs (Lommel) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart gekraagde roodstaart: Frings/IPA, omgesp.  gəkrāgdə rou̯ətsteͅrt (Lommel), roodstaart: Frings, omgesp.  rouətstɛrt (Lommel), roodstaartje: Frings/IPA, omgesp.  rou̯ətsteͅrke (Lommel) gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)] III-4-1
gekruld haar krulhaar: kroͅlhoͅwər (Lommel, ... ), krullenkop: kroͅlləkoͅp (Lommel), kroͅləkoͅp (Lommel), krulletjes: krulle`es (Lommel), krɛl-lɛ-ɛs (Lommel) gekruld haar [N 10 (1961)] || hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: ge mut geld hemmen om kunnen te betaolen (Lommel), ge mut geld hemmen um te kunnen betoalen (Lommel), ge mut gèlt hemme veu te kunne betaole (Lommel), gɛ mut geld hêmmen om tɛ kunnɛn betowwɛlɛn (Lommel), gɛlt (Lommel), ik zen mè geld kwijt (Lommel), ik zê me geld kwijt (Lommel), xɛld (Lommel), ps. omgespeld volgens Frings.  geͅlt (Lommel), zijn: kort  ik zijn me geld kwijt (Lommel), knabben: ps. omgespeld volgens Frings.  knabə (Lommel), knabən (Lommel), knotsen: ps. omgespeld volgens Frings.  knotsə (Lommel), l`or: ps. omgespeld volgens Frings.  lōͅr (Lommel), loͅr (Lommel), poen: ps. omgespeld volgens Frings.  pun (Lommel), spie: ps. omgespeld volgens Frings.  spij (Lommel) geld [RND] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)], [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] III-3-1
gele kwikstaart gele kwikstaart: Frings/IPA, omgesp.  gɛ̄lə kweͅkstɛrt (Lommel), koehoedertje: koeihujerkes (Lommel), koeihuurken (Lommel), kui(h)yiərkən (Lommel), Frings, omgesp.  kuihyjərkə (Lommel) kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)] || kwikstaart, geel (Motacilla flava flava L.) [Lk 04 (1953)] || kwikstaart, gele — III-4-1
gele lupine lupinebonen: lǝpinǝbǭnǝ (Lommel), lupinen: lø`pinǝ (Lommel) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelijken (op) gelijken: gelij-en (Lommel), gelijken (Lommel, ... ), geléiken (Lommel) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
gelijkspel draw (eng.): Lommel heeft dit jaar al drie draws gespeeld.  droͅu (Lommel) Draw. III-3-2
gelijkspelen op zijn zaai staan: op zijne zaai staan (Lommel), quitte staan: (ek stoͅn) kit (Lommel) (Ik sta(an)) quitte: ik win noch verlies. || quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2