e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkering hebben kennis hebben: kénnəs hémmən (Lommel), vrijen: vrijt ge al lang met dat meisje?  vréjən (Lommel) verkering hebben || vrijen III-2-2
verkleumd stijf: steͅif fan də kaw (Lommel, ... ), stijf van de kaauw (Lommel), stijf van de kaaw (Lommel, ... ) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkouden (het heeft een) valling: valeŋ (Lommel), bevangen: bǝvaŋǝn (Lommel), verkoud: ge zult e verkowt krijge (Lommel), ik z`n verkoud (Lommel), ik zen verkout (Lommel), ik zèn verkaawt (Lommel), verkouden: ek zen vərka͂wən (Lommel) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] I-9, III-1-2
verkoudheid kou: ge zult ne kou pakken (Lommel), gè zult n kaow pa-en (Lommel), ik hem een kaaw op de bôst (Lommel), ik hem een kau op m`en böst (Lommel), ik hèm n kauw ôp de bôət (Lommel), valling: ge goͅ en valling krijge (Lommel), ge zult een valleng oopdoen (Lommel), k hèm een valleng (Lommel) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verkwanselen vertuisen: ps. omgespeld volgens Frings.  vərtusə (Lommel), vərtusən (Lommel) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afslaan: ps. omgespeld volgens Frings.  afslān (Lommel), afzetten: ps. omgespeld volgens Frings.  afzeͅtə (Lommel), zə zeͅn⁄ afgəzɛt (Lommel) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen (zijn) verlegen: vərlèègən zén (Lommel) verlegen zijn III-1-4
verliezen verliezen: vliezen (Lommel, ... ) Verliezen. [Willems (1885)] III-3-1, III-3-2
verlopen verwerpen: (de koe heeft) vǝrwǭrpǝ (Lommel) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
verschijning verschijning: n verschijning krijgen (Lommel) Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)] III-3-3