e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrààw (Lommel), vrouwlie: vralĭĕj (Lommel), vrouwmens: vràmməs (Lommel) vrouw || vrouwen III-2-2
vrouwelijk dier moeder: moiər (Lommel) moederdier III-4-2
vrouwelijk geslachtsdeel fluit: Schertsend  fluit (Lommel), pruim: Plat  pruim (Lommel), prut: Plat  preut (Lommel), spul, het -: Gewoon  t spul (Lommel) [N 10c (1995)] III-1-1
vrouwelijk jong van de geit geitje: gɛi̯ʔǝ (Lommel), germ: gęrǝm (Lommel) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarzenkalf: vęi̯ǝzǝ[kalf] (Lommel), vęr˲zǝ[kalf] (Lommel) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen vaars: vęi̯ǝrs (Lommel) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk kuiken hennetje: henǝʔǝ (Lommel), pul: pøl (Lommel) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijk lam germ: gęrm (Lommel), germpje: gɛrmkǝ (Lommel), gɛrǝmkǝn (Lommel) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft germ: gęrǝm (Lommel) Zie ook de toelichting bij het lemma ''vrouwelijk schaap in het algemeen'' (2.2.1). [JG 1c, 2c; monogr.] I-12
vrouwelijk schaap in het algemeen germ: gęrǝm (Lommel), ou: ø̜u̯ (Lommel), schaap: schaap (Lommel), sxǭp (Lommel) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12