e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mispel mispel: mespəl (Lommel) mispel III-4-3
mist, nevel (alg.) dauw: nevel = daaw aa als in miaaw  daaw (Lommel), dikke mist: ne dikke mist (Lommel), dikke moek: nen dikke mok (Lommel, ... ), mist = mok  n dikke mok (Lommel), moek: moͅk (Lommel, ... ) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist, nevel [ZND 39 (1942)] III-4-4
modder, slijk drek: drek (Lommel), modder: modder (Lommel, ... ), moos: moos (Lommel), slijk: slijk (Lommel, ... ) modder, slijk [ZND 39 (1942)] III-4-4
modderkruiper modderkruiper: moͅdərkrøipər (Lommel), slijkduiveltje: sleͅikdyvəlkən (Lommel) weeraal: Hoe heet de weeraal of modderkruiper, een gestreept slangvormig visje met voeldraadjes aan de bek dat in sloten en poelen voorkomt en bij naderend onweer onrustig wordt? [N100 (1997)] III-4-2
mode mode: mouədə (Lommel) mode III-1-3
moderne slijpsteen amaril: amǝręl (Lommel) Kunstmatig gevormde slijpsteen, vervaardigd uit amaril (d.i. aluminium-oxyde) of carborundum (d.i. siliciumcarbid), die wordt gemonteerd op een elektrische slijpmachine of op het slijphulpstuk van een boormachine. Moderne slijpstenen kunnen in verschillende formaten en korrelgroottes uitgevoerd zijn. [N 53, 49c; monogr.] II-12
moe moe: my. (Lommel) moe [RND] III-1-2
moed moed: mŏĕwt (Lommel) moed III-1-4
moeder ma: màà (Lommel), moe: mŏĕ (Lommel), moeder: mŏĕ(w)dər (Lommel), moene: món (Lommel) ma || moed || moeder III-2-2
moeder gods moeder gods: moewder gods (Lommel) De Moeder Gods, Moeder Godes [de Modder-Joaëdes]. [N 96D (1989)] III-3-3