18167 |
rafel |
lodder:
WNT: lodder (II), 3) lomp, flard, ook in toepassing op andere waardelooze voorwerpen, vod, lor, prul. In Brab.
lodders (K278p Lommel),
pluis:
Sub ploes. NB p. 243 pluis [pl$is].
plus (K278p Lommel),
rafel:
räfəl (K278p Lommel)
|
rafel || Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] || rafeltje, vezeltje
III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
räfələn (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
uitrafelen:
uitreffelen (K278p Lommel),
øͅträfələn (K278p Lommel)
|
rafelen || Rafelen. Aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, reffelen, rieffelen, rufelen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenborstel:
van heide
spɛnəbōͅsəl (K278p Lommel),
spinnenkop:
spɛnəkoͅp (K278p Lommel),
spinnenveger:
spenəvɛgər (K278p Lommel)
|
bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rels (K278p Lommel)
|
rails [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
19977 |
rammelaar |
rammelaar:
ne rammelaar (K278p Lommel),
ràmməlèèr (K278p Lommel),
#NAME?
raməlä:r (K278p Lommel),
rijder:
reͅiər (K278p Lommel)
|
het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater] [N 112 (2006)] || rammelaar || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] || Rammelaar: 2. Iets wat rammelt, inz. kinderspeelgoed.
III-2-1, III-2-2, III-3-2
|
34631 |
rammelkar |
kar die slaat:
kar di slø (K278p Lommel),
rammelkar:
ramǝlkar (K278p Lommel),
schokkelkar:
sxǭʔǝlkar (K278p Lommel)
|
Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92]
I-13
|
33578 |
rammenas |
rammenas:
ramənats (K278p Lommel)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
30997 |
rand |
rand:
rand (K278p Lommel)
|
De reep leer die men vastnaait aan de binnenzool en schacht en waaraan men later de zool bevestigt. Zie afb. 39. [N 60, 88a]
II-10
|
18451 |
rand [wld ii.10, p. 40] |
rand:
rand (K278p Lommel)
|
Een reep leer die, na eerst geschift te zijn, vastgenaaid wordt aan de binnenzool en schacht en waaraan later de zool wordt bevestigd? (rand, rabat?) Zie tek. 88. [N 60 (1973)]
III-1-3
|
30845 |
randmes |
gebogen mes:
gebogen mes (K278p Lommel)
|
Het mes voor het afsnijden of afsteken van de randen of kanten. [N 60, 174b; N 60, 174c; N 60, 174a]
II-10
|