23290 |
de roepen krijgen |
de roepen krijgen:
de roepe krijgen (K278p Lommel)
|
De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25381 |
de slokdarm afsluiten |
toebinden:
tubɛjnǝ (K278p Lommel)
|
Om te verhinderen dat de inhoud van maag en slokdarm het vlees verontreinigt, legt men meestal een knoop in de slokdarm. Omdat een knoop gemakkelijk uit de glibberige slokdarm glijdt, laat men er vaak het uiteinde van de dikke en vrij stugge luchtpijp aan vastzitten. Als men nu de knoop in de slokdarm legt, wordt terugglijden voorkomen door het stuk luchtpijp: dit kan immers niet door de lussen van de knoop glijden, omdat het daarvoor te groot en te weinig buigzaam is. Men sluit de slokdarm ook wel af door er een doek of iets dergelijks in te duwen of een touwtje rond het einde ervan te binden. Voor de slacht krijgt het dier ongeveer anderhalve dag geen voer om te voorkomen dat de maag en darmen te vol met vuil zijn. [N 28, 77]
II-1
|
33926 |
de staart couperen |
kappen:
kapǝn (K278p Lommel)
|
Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d]
I-9
|
34273 |
de stal uitmesten |
uitschieten:
øtsxitǝ (K278p Lommel),
ø̜tsxitǝn (K278p Lommel)
|
De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
30966 |
de steek doortrekken |
te licht steken:
te licht steken (K278p Lommel)
|
Bij het klieven door het leerwerk heen steken. [N 60, 60]
II-10
|
34626 |
de stortkar doen achteroverslaan |
opstoten:
opstǫu̯ǝtǝn (K278p Lommel)
|
De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88]
I-13
|
24036 |
de toog aankrijgen |
de toog (<lat.) aankrijgen:
den toog aankrijgen (K278p Lommel)
|
De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25640 |
de tweede keer bakken |
drogen:
drø̜jǝxǝn (K278p Lommel)
|
Uit de woordtypen blijkt dat dit voor de tweede keer bakken bestaat uit twee handelingen t.w. laten kleuren en laten drogen van de beschuit. [N 29, 63]
II-1
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
blijken (K278p Lommel),
blèken (K278p Lommel),
blèkken (K278p Lommel)
|
de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijfselen:
steͅsələn (K278p Lommel)
|
stijfselen
III-2-1
|