e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lopen lopen: loeepe (Lottum) lopen [SGV (1914)] III-1-2
losse plankbrug vonder: vóndere (Lottum) vlonder (vonder) [SGV (1914)] III-3-1
luchtx lucht: looch (Lottum), loog (Lottum), Algemene opmerking: lijst grotendeels niet omgespeld!  loog (Lottum), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld (zo letterlijk mogelijk overgenomen).  lo.oog (Lottum), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  looch (Lottum, ... ) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer strijker: stïeker (Lottum), zwegelstek: zwêgelstek (Lottum) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] || lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui lui: lui (Lottum) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: luui (Lottum), luuj (Lottum) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] III-3-1
luid schreien krijten: kriete (Lottum, ... ) krijten [SGV (1914)] III-1-4
luiden luiden: luuje (Lottum) luiden [SGV (1914)] III-3-3
luier doek: dook (Lottum) luier [SGV (1914)] III-2-2
luilak luiaard: luierd doa ge ziet (Lottum) luilak [~, die je bent] [SGV (1914)] III-1-4