18215 |
laars (alg.) |
laars:
laars (Q016p Lutterade),
stevel:
sjteevel (Q016p Lutterade)
|
laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18374 |
laarzenschacht |
schacht:
sjach (Q016p Lutterade)
|
schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
letste evangeelje (Q016p Lutterade)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23506 |
laatste mis |
kort misje:
kortmèske (Q016p Lutterade)
|
De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
letste oardeil (Q016p Lutterade)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
27902 |
labiel geplaatste ondersteuning |
knipval:
knepval (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een labiel geplaatste ondersteuning, een ondersteuning die dreigt het te begeven. [N 95A, 10; monogr.]
II-5
|
28866 |
lade in de kleermakerstafel |
tafella:
tǭfǝllā (Q016p Lutterade)
|
De lade in de kleermakerstafel, waarin men opbergt wat nog niet wordt behandeld. Volgens de informant van Q 198 was er geen lade in de tafel. [N 59, 1b]
II-7
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
lêêg sjōōn (Q016p Lutterade)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22562 |
lage kaart(en) |
lage, een ~:
leage (Q016p Lutterade)
|
Een kaart of kaarten die niet meetellen in het spel [bleuze, blanks, blanche]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
zomp:
zomp (Q016p Lutterade)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|