e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
watergalerij watergalerij: wātǝrgalǝri (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Galerij die alleen dient voor het verzamelen, volgens de invuller uit Q 113 daarnaast ook voor de afvoer van mijnwater als uitbreiding van de schachtput (zie ook het lemma Schachtput). [N 95, 378; monogr.] II-5
watergoot goot: gøt (Lutterade  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Open watergoot die beneden langs de zijwand van de steengang of galerij loopt. De goot ligt lager dan de rest van de vloer van de gang en wordt meteen bij het drijven ervan meegeschoten. [N 95, 787; N 95, 790; monogr.] II-5
waterige kost slabberans: sjlabberons (Lutterade), slobber: sjlŏbber (Lutterade) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterput pomp: pōmp (Lutterade), put: pøt (Lutterade), pøͅt (Lutterade, ... ) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [N 12 (1961)] [SGV (1914)] I-7
watertoren watertoren: wātǝrtoarǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Zwartberg, Waterschei]) [N 95, 20] II-5
wecken inkoken: in kaoke (Lutterade), inmaken: inmake (Lutterade) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
wedstrijdduif reisduif: reisdoef (Lutterade) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
wedstrijdduif: janssen-arendonk janssen van arendonk: Janssen van Aarensdonk (Lutterade) Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)] III-3-2
weduwe widvrouw: widvrouw (Lutterade) weduwe [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widmanne (Lutterade) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2