e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrelen (van water) borbelen: börbele (Lutterade), brobbelen: brobbele (Lutterade), pruttelen: pruttele (Lutterade) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borstel borstel: beuschtel (Lutterade) borstel [SGV (1914)] III-2-1
borstelen borstelen: bø̄štǝlǝ (Lutterade) [N 77, 105] I-12
borsten bollen: böl (Lutterade), memmen: memme (Lutterade, ... ), pokkelen: pókkele (Lutterade), tieten: tiete (Lutterade) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: boosch (Lutterade), ribbenkast: rubbekas (Lutterade) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstvliesontsteking fleuris: fleuris (Lutterade) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstzak(je) borsttasje: borstesjke (Lutterade) de buitenzak ter hoogte van de borst [N 59 (1973)] III-1-3
bos groente bussel: WBD/WLD  bussel (Lutterade) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Lutterade) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bosviooltje bosviooltje: bosjvieuelke (Lutterade) Bosviooltje (viola silvestris/canina). De bloemkleur is roodachtig blauw, bij de jonge bloem zeer licht, later donkerder. De spoor is spits, zonder groef en is sterk gekleurd. De bloemblaadjes zijn smal en min of meer naar voren gericht. De steunblaadjes [N 92 (1982)] III-4-3