e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slons (slodder?) slons: slons (Maasbracht) slons [SGV (1914)] III-1-4
slot slot: slǭt (Maasbracht) Toestel dat als sluiting op deuren wordt aangebracht, waarbij door middel van een sleutel een schoot of tong wordt uitgeschoven die in een gat in de stijl van het kozijn valt. [N 54, 94b; L 6, 73a; S 33; monogr.] II-9
sluier sluier: informant: wordt niet meer gedragen  sluijer (Maasbracht) sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes [N 25 (1964)] III-1-3
sluimeren sluimeren: sloemere (Maasbracht) sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)] III-1-2
sluitpin onder aan een poortvleugel pin: penǝ (Maasbracht) Een poortvleugel kan aan de onderzijde gesloten worden door een korte metalen stang of pin te laten zakken in een gat in de drempel. Aan de bovenzijde is meestal een ring of haak waardoor de stang in de hoogste stand kan blijven hangen aan een pin als de poortvleugel geopend wordt. [N 4A, 47c] I-6
sluitring rivet: rǝvęt (Maasbracht) Rond metalen schijfje met in het midden een gat, dat onder een moer of de kop van een schroef wordt gelegd om het drukoppervlak te vergroten. [N 54, 37c; N 100, 18 add.; monogr.] II-12
sluitspier van de aars gat: gaat (Maasbracht) spier die de aarsopening sluit [rem] [N 10c (1995)] III-1-1
slurpen slurpen: slurpe (Maasbracht, ... ), slûûrpen (Maasbracht) je moet niet zo slurpen [DC 35 (1963)] || slorpen [SGV (1914)] || slurpen; Hoe noemt U: Drank of vloeibaar voedsel hoorbaar opzuigen (slorpen, slurpen, slierpen, lerpen, lerwen, zabberen, slobberen) [N 80 (1980)] III-2-3
smaak smaak: smaak (Maasbracht) smaak: mijn smaak is bedorven door die rotte appel [N 10 (1961)] III-1-1
smaken smaken: smake (Maasbracht) smaken [SGV (1914)] III-2-3