e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buurt nabuur: noaber (Maasbracht) buurt (in de ~) [SGV (1914)] III-3-1
buurten buurten: buurte (Maasbracht) buurten (wij gaan ~) [SGV (1914)] III-3-1
capuchon kap: kap (Maasbracht) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
castreren snijden: snii̯ǝ (Maasbracht) In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
cavalier vrijer: vrieer (Maasbracht) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cent cent: eine cent (Maasbracht) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiem centiem: centiem (Maasbracht) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
cervelaatworst droogworst: dreŭgwoost (Maasbracht) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chagring (Maasbracht) chagrijn [SGV (1914)] III-1-4
cichorei cichorei: cikorei (Maasbracht, ... ), suikerij: sokkerei (Maasbracht) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3