e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bangerik bangeschijter: bangeschie‧ter (Maasbree), schijthuis: schie‧thoe‧s (Maasbree), schouwerik: schoowerik (Maasbree), schouweschijter: schooweschiëter (Maasbree) bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] || iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)] III-1-4
bank van lening bank: bank (Maasbree, ... ), leenbank: liënbank (Maasbree) de instelling van gemeente of particulieren waar men geld krijgt op onderpand van onroerende goederen [bank van lening, lommerd, pandjeshuis] [N 89 (1982)] III-3-1
barensweeën wee: wee (Maasbree), ween: weeje (Maasbree) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] III-2-2
barrevoets barvoets: berves (Maasbree), bɛrvəs (Maasbree), op de barrevoetse voeten: up sin bɛrvəsə vø:t (Maasbree) barrevoets [SGV (1914)] || blootvoets [RND] III-1-3
bazige vrouw canaille: kernalie (Maasbree), körnalie (Maasbree) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: be̝ͅt (Maasbree) bed [RND] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen steken: staeke (Maasbree, ... ), stééke (Maasbree) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar kruier: krujer (Maasbree), schooier: schojer (Maasbree), schôjer (Maasbree), schurger: schärger (Maasbree) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw schooierswijf: schojerswiëf (Maasbree), schojerswīēf (Maasbree) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: baedele (Maasbree), béédele (Maasbree), schooien: schooje (Maasbree) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1