31052 |
schrappen |
schrapen:
sxrāpǝ (L267p Maasbree)
|
Met schrapglas de zool- en hakrand gladmaken. [N 60, 119a]
II-10
|
17947 |
schrede |
trede:
inne traej (L267p Maasbree),
trèj (L267p Maasbree),
trê (L267p Maasbree)
|
Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)] || schrede [SGV (1914)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
kaken:
kake (L267p Maasbree),
kākǝ (L267p Maasbree),
schreeuwen:
schriejewe (L267p Maasbree),
schriewe (L267p Maasbree),
sxriǝwǝ (L267p Maasbree)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] || schreeuwen [SGV (1914)]
I-12, III-3-1
|
21768 |
schrijven |
schrijven:
schriëve (L267p Maasbree)
|
Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24373 |
schrijvertje |
kringelbeestje:
kringelbiësje (L267p Maasbree)
|
schrijvertje: Hoe noemt u in uw dialect het zilveren torretje dat in groepjes kringelende bewegingen maakt op het wateroppervlak? Het lijf van het insect ligt op het water waardoor de pootjes niet te zien zijn. [N100 (1997)]
III-4-2
|
22449 |
schrikkeldag |
schrikkeldag:
schrikkeldaag (L267p Maasbree)
|
29 februari (in een schrikkeljaar). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22482 |
schrikkeljaar |
schrikkeljaar:
schrikkeljoar (L267p Maasbree)
|
schrikkeljaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
18871 |
schrikken |
verschieten:
verscheete (L267p Maasbree),
verschete (L267p Maasbree)
|
door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19661 |
schrobben |
schrobben:
schroebe (L267p Maasbree),
schroeben (L267p Maasbree)
|
schrobben [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
30853 |
schroefheft |
elshandvat:
ɛlshaŋkvat (L267p Maasbree)
|
Een heft, voorzien van een schroef, dienend om een els te bevatten. Zie afb. 7. [N 60, 182a]
II-10
|