e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
arme mens arme mens: eine erme minsch (Maaseik), n erme mins (Maaseik) een arme mens [ZND 32 (1939)] III-3-1
armoede armoede: armooi (Maaseik), ermooij (Maaseik) armoede [ZND 32 (1939)] III-3-1
armvol armvol: èrvəl (Maaseik, ... ), ɛrvǝl (Maaseik), ɛrǝmvǫl (Maaseik), ɛrəmvoͅl (Maaseik) armvol [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || armvol (elver, speet, ervel) [ZND A1 (1940sq)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
arresteren aanhouden: de polis et m aangehouwen (Maaseik), de polis êt em aangehawen (Maaseik), pakken: de polis hèt hem gepakt (Maaseik) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
as as: asch (Maaseik) as [ZND 32 (1939)] III-2-3
as, spil van de rol pin: pe.n (Maaseik) De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.] I-2
asblok asbalk: as˱balǝk (Maaseik), asbed: as˱bęt (Maaseik  [(ouder)]  ), asblok: as˱blǫk (Maaseik) Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13
asgat asgat: as˲gā.t (Maaseik) Gat in de muur waarlangs de molenas het molengebouw binnengevoerd wordt. [Jan 81; Coe 74] II-3
aswoensdag asgoensdag: asgoonsdich (Maaseik), asgoonsdieg (Maaseik), asgōnsdĭg (Maaseik), asxo.sdəch (Maaseik) Aswoensdag. [ZND 01 (1922)], [ZND 19A (1936)] III-3-3
aszeef assenzeef: asəsiəf (Maaseik), asəzeͅf (Maaseik) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1