e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuitmeel patent: patɛnt (Maaseik) Meel voor het bereiden van beschuitdeeg. Momenteel wordt hier het beste meel voor gebruikt, vroeger wel eens tarwe- of griesmeel. [N 29, 57a] II-1
beschuitmes beschuitmes: bǝsxø̄tmɛs (Maaseik) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
beschuitpap beschuitenpap: bəšy(3)̄tə pap (Maaseik), Syst. Frings  bəšø̄i̯təpap (Maaseik) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant bolletjes: bø̜lǝkǝs (Maaseik) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besteken besteken: eemes bestieken (Maaseik, ... ), emes bestieken (Maaseik, ... ), Van aovend is et den aovend, en mörgen is et den daag, det ich oos moder bestiêke maag. (Volksdeuntje).  bestiêke (Maaseik), schenken: šeŋkə (Maaseik) Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] || Iemands (feestdag) vieren. || schenken [ZND A1 (1940sq)] III-3-1, III-3-2
bestendig weer vast (weer): vàs wēͅr (Maaseik), vast weer.  vàs(t) wer (Maaseik) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
besvrucht, algemeen beer: biêr (Maaseik) bes I-7
betalen betalen: de moos gelj hubbe om te koene betale (Maaseik), de mos gelek ebbe vuur te betale (Maaseik), ge moet geldj hebben om te konnen betalen (Maaseik), vereffenen: ps. omgespeld volgens Frings.  vareͅfənə (Maaseik), vəreͅfəvə (Maaseik) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beteuterd beteuterd: ei sting betuuterd (Maaseik), he stong betuuterd (Maaseik), ook materiaal znd 32, 67  beteútert (Maaseik), betuuterd (Maaseik) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
beton beton: bǝtǫŋ (Maaseik) Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.] II-9