e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
twee centiem cent: ps. omgespeld volgens Frings.  seͅnt (Maaseik), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de @ staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de @ omgespeld.  seͅ^nt (Maaseik) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
twee frank zilveren, een ~: ps. omgespeld volgens Frings.  ənə zelvərə (Maaseik), əvə zelvərə (Maaseik) 2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
tweede luiden voor de mis luiden: het lōjt (Maaseik), trumpen: t trumpt (Maaseik), ⁄t trumpt (Maaseik) Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)] III-3-3
tweede verkoping toeslag: ps. omgespeld volgens Frings.  tōuslāx (Maaseik), tōuwslāx (Maaseik), tōu̯slāx (Maaseik) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweeling tweeling: twīēleng (Maaseik), twīliŋ (Maaseik) tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)] III-2-2
tweespeen tweedeem: twidē̜m (Maaseik) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg stekje: stɛkskǝ (Maaseik), wits: wets (Maaseik) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twintig centiem twintig centiemen: ps. omgespeld volgens Frings.  twøntexsəntēi̯jmə (Maaseik), twøntexsəntēi̯mə (Maaseik) Belgische munt: stuk van 20 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
twintig frank stuk van twintig: ps. omgespeld volgens Frings.  ə støk fan twentəx (Maaseik), ə støͅkfantwøntəx (Maaseik), stuk van twintig frank: ps. omgespeld volgens Frings.  ə støk fan twentəx fraŋ (Maaseik), ə støͅkfantwøntəx fraŋ (Maaseik) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
u-vormige hoeve blokwinning: blǫkwęneŋ (Maaseik) De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3] I-6