e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstel waarmee het brood wordt gewassen borstel: bȳrstǝl (Maaseik) Vraag N 29, 51 luidde: "Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?" Op grond van deze vraagstelling kwam er een aantal opgaven dat duidde op een werktuig. Deze opgaven zijn in dit lemma opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''netborstel''. [N 29, 51] II-1
borstelig haar stekelhaar: stekəl(h)ōͅr (Maaseik) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten tetten: tètte (Maaseik) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: `ch əp n kaw op m`n bors (Maaseik), borst (Maaseik), boͅ.rs (Maaseik), ich hep ein kaw op de bors (Maaseik) borst [ZND 01 (1922)] || een borst [ZND A1 (1940sq)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫrsnęt (Maaseik) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstriem borstriem: bǫrsrēm (Maaseik), %%voor de fonetische documentatie wordt verwezen naar het lemma BORSTRIEM%%  [borstriem] (Maaseik) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10
borstrok borstrok: borsrok (Maaseik) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: borsrok (Maaseik) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) onderlijfje: ungərlĕifkə (Maaseik) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld borstspang: bŏrspang (Maaseik) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3