e-WLD begrippen 
e-WLD

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kledij, kleren kledage: kleiaasj (Maastricht), kleijaasj (Maastricht, ... ), kléjaase (Maastricht), kléjaasj (Maastricht, ... ), kleding: kleijing (Maastricht, ... ), klèjing (Maastricht), kleren: kleier (Maastricht), kleijer (Maastricht, ... ), klei̯er (Maastricht), klēͅjər (Maastricht), klijjer (Maastricht), kléjer (Maastricht, ... ), klêjər (Maastricht), klêîjer (Maastricht), (t kleid)  kleijer (Maastricht), t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]: kleier (Maastricht, ... ), kleijer (Maastricht, ... ), kléjer (Maastricht, ... ) ... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || kledage: kleding, kledij || Kleding (algemeen). Wat is in uw dialect het algemene woord voor kleding heel in het algemeen? [DC 62 (1987)] || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleding: kleren, kledingstukken || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] || Kleren. Ga eens en wees zo goed, en zeg aan uw zuster dat ze de kleren van uw moeder moet afnaaien en met de borstel afborstelen [ZND 04 (1924)] || mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
kleerborstel borstel: beurstel (Maastricht), kleerborstel: kleijerbeurstel (Maastricht, ... ), klējer beurstel (Maastricht), schuier: WNT: schuier (II), van schuieren (I): 1) Borstel met korte steel of zonder steel. [is dit m.b.t. kleerborstel?, cfr. ruimere vraagstelling]  sjuier (Maastricht), zachte borstel: [is dit m.b.t. kleerborstel?, cfr. ruimere vraagstelling]  zachte beurstel (Maastricht) Kleerborstel. Hoe noemt men het hierboven afgebeelde voorwerp, dat wordt gebruikt om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen enz. te verwijderen? [DC 15 (1947)] III-1-3
kleerhanger arm: ęrǝm (Maastricht), hanger: hanger (Maastricht), henger (Maastricht, ... ), kapstok: kapstok (Maastricht), klederhaak: kleijerhaok (Maastricht), kleèjerhaok (Maastricht), klederhanger: kleier-hènger (Maastricht), kleijerhanger (Maastricht) Een gebogen hout met een haak om kleren op te hangen (kleerhanger, kapstok) [N 79 (1979)] || Gebogen houtje of beugel met haak waarop men jas of mantel zonder kreuken kan ophangen. [N 59, 35; monogr.] II-7, III-2-1
kleerkast hangkast: hangkas (Maastricht, ... ), haŋkas (Maastricht), D¯n jas hink neet aan de kapstok, meh in de hangkas  hangkas (Maastricht), klederkast: kleijerkas (Maastricht, ... ), klɛi̯ərkas (Maastricht, ... ) hangkast || kast om kleren in te hangen || kleerkast [DC 39 (1965)], [N 56 (1973)], [N 56 (1973)] III-2-1
kleerkist kist: kes (Maastricht, ... ) klerenkist III-2-1
kleerkist, kleerkoffer hutkoffer: hutkoffer (Maastricht, ... ), hutkoffər (Maastricht), kist: kes (Maastricht), kis (Maastricht), Es de maog oet häören deens ging, vroeg ze mevrouw altied häör kis nao te kieke  kis (Maastricht) Een houten koffer om (kleeren in te bewaren). [ZND 28 (1938)] || Hoe noemt u een houten koffer (om kleren in te bewaren)? [N 104 (2000)] || kist als koffer III-2-1
kleerluis klederluis: klèjer loes (Maastricht), idiosyncr.  kleijerluis (Maastricht), luis: idiosyncr.  luis (Maastricht) kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)] III-4-2
kleermaker kleer-/kledermaker: klęjǝrmēkǝr (Maastricht), snijder: snęjdǝr (Maastricht) Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7
kleermakersbedrijf kledermakerij: klęjǝrmēkǝręj (Maastricht) Algemene benaming voor het kleermakersbedrijf. [N 59, 202b; monogr.] II-7
kleermakersborstel houwplank: hǫwplaŋk (Maastricht), klopborstel: klopbø̄rsǝl (Maastricht) Borstel, meestal van paardenhaar, waarmee men bij het persen de wolvezels in de goede richting schuiert. In het algemeen borstelt men hiermee stof en kleren schoon. Zie afb. 20. [N 59, 32] II-7