17913 |
opbergen |
opbergen:
opberrege (Q095p Maastricht),
opbèrrege (Q095p Maastricht),
opruimen:
opruime (Q095p Maastricht)
|
opbergen [DC 38 (1964)]
III-1-2
|
32163 |
opboenen |
opwrijven:
ǫp˲vrīvǝ (Q095p Maastricht)
|
De was met behulp van de boenborstel of boendoek uitborstelen of uitwrijven. [N 56, 59b]
II-12
|
25581 |
opbollen |
opbollen:
opbǫlǝ (Q095p Maastricht)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
25632 |
opbollen van het beschuitdeeg |
opbollen:
opbǫlǝ (Q095p Maastricht)
|
[N 29, 59a]
II-1
|
21880 |
opbrengst |
opbrengst:
de opbrings (Q095p Maastricht),
den opbrings (Q095p Maastricht),
obbrings (Q095p Maastricht),
opbrings (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
rendement:
rendement (Q095p Maastricht),
winst:
wins (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
winst (Q095p Maastricht)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] || De hoeveelheid bier die men uit het brouwsel bereidt. [monogr.]
II-2, III-3-1
|
17897 |
opeenschuiven |
een piel maken:
B.v. van borden.
unn piel make (Q095p Maastricht),
opeenschuiven:
obbein sjuive (Q095p Maastricht),
opeinsjuive (Q095p Maastricht),
opeenzetten:
opein zettə (Q095p Maastricht),
stroppen:
sjtröppə (Q095p Maastricht),
ströppe (Q095p Maastricht)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21548 |
openbare verkoop |
devendu:
défendu (Q095p Maastricht),
koopdag:
koupdaag (Q095p Maastricht),
oproeper:
de maan hèt opreuper (Q095p Maastricht),
uitroep:
oetroop (Q095p Maastricht),
veiling:
veiling (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
(v. fruit).
veiling (Q095p Maastricht),
vendu:
vaonduu (Q095p Maastricht),
Van Dale: vendu, 1. openbare verkoping, ...
vaonduu (Q095p Maastricht),
verkoop:
verkoup (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
vérkoup (Q095p Maastricht),
vərkēūp (Q095p Maastricht)
|
bij opbod verkopen (aan de meest biedende) op een veiling [roepen] [N 89 (1982)] || een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)], [N 89 (1982)] || Hoe noemt u: de veiling [N 71 (1975)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)], [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
baan:
baon (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
doorgaande weg:
doorgaonde weeg (Q095p Maastricht),
grote baan:
groetə baon (Q095p Maastricht),
hoofdweg:
hoofweeg (Q095p Maastricht),
steenweg:
steinweeg (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
stéénweeg (Q095p Maastricht),
straatweg:
straotweeg (Q095p Maastricht),
weg:
weeg (Q095p Maastricht),
wēēch (Q095p Maastricht)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
26546 |
openbreken |
opbreken:
ǫp˱brę̄.kǝ (Q095p Maastricht),
openleggen:
ō.pǝlęgǝ (Q095p Maastricht)
|
De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194]
II-3
|
23457 |
opening in een galmgat |
lok:
look (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
luigat:
lojgaat (Q095p Maastricht)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|