29630 |
burrie van de kruiwagen |
burrie met bodem:
børǝx męt˱ bōjǝm (Q095p Maastricht)
|
Het draagvlak van de kruiwagen met de handvatten. [N 98, 44; monogr.]
II-8
|
21245 |
bus |
bus:
bus (Q095p Maastricht),
bös (Q095p Maastricht)
|
bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)]
III-3-1
|
21303 |
buskruit |
buskruit:
böskroet (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
böskrōēt (Q095p Maastricht),
kruit:
kroet (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
krōēt (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
krūt (Q095p Maastricht),
poeder:
poejer (Q095p Maastricht),
pulver (<lat.):
pollefer (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
poͅlfər (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
pòlləfər (Q095p Maastricht),
schroot:
šrōt (Q095p Maastricht)
|
buskruit [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)] || licht ontbrandbaar, ontplofbaar mengsel dat o.a. gebruikt wordt voor het afschieten van vuurwapens [buskruit, kruit, poeder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33131 |
bussel kort stro |
aarbussel:
ōǝrbøsǝl (Q095p Maastricht)
|
Wanneer men het stro bijeengebonden heeft, ligt het graan op de dorsvloer, nog vermengd met eindjes kort stro, lege aren en kaf. Men harkt dan eerst de korte eindjes stro bijeen, en stopt deze in een bussel. Hier staan de benamingen voor deze bussel stro met harksel erin bijeen. [N 14, 29 en 33; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 48, 34.3b; Lu 2, 34.3b; monogr.; add. uit N 14, 25 en 28]
I-4
|
33129 |
bussel uitgedorst stro |
bussel:
bø̜sǝl (Q095p Maastricht),
bø̜šǝl (Q095p Maastricht)
|
Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat]
I-4
|
18586 |
bustehouder |
beha:
beha (Q095p Maastricht),
bustehouder:
bustehawwer, buustehààwwer (Q095p Maastricht),
buustehauwwer (Q095p Maastricht),
buustehawwer (Q095p Maastricht),
z. memmestieper*.
buustehawwer (Q095p Maastricht)
|
#NAME? || bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18588 |
bustehouder: spotnamen |
memmenstieper:
memmestieper (Q095p Maastricht),
#NAME?
memmestieper (Q095p Maastricht)
|
[memmestieper*]: bustehouder, korset || bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21702 |
buur |
buurman:
buurmaan (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
nabuur:
naober (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
naobər (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
naobər (Q095p Maastricht),
nabuurse:
vgl. Maastricht Wb. (pag. 274): nabuur, naober, [mv.] -s, buurman; naoberse, buurvrouw.
naoberse (Q095p Maastricht)
|
iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20223 |
buurman |
buurman:
buurmaan (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
nabuur:
naober (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
naobər (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
nōͅbər (Q095p Maastricht),
no͂ͅ:bər (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
naobər (Q095p Maastricht)
|
buurman [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)], [ZND m] || iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20241 |
buurt |
buren:
buure (Q095p Maastricht),
buurt:
buurt (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
būrt (Q095p Maastricht),
būūrt (Q095p Maastricht),
də buurt (Q095p Maastricht),
gemeenschap:
gemeinsjap (Q095p Maastricht),
nabuurschap:
naobersjap (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
naobərsjààp (Q095p Maastricht)
|
buurt [ZND 01 (1922)] || het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)]
III-3-1
|