18849 |
ingetogen |
bedeesd:
bedees (Q095p Maastricht),
fatsoenlijk:
fətsoendəlik (Q095p Maastricht),
fətsoenlək (Q095p Maastricht),
kalm:
kallem (Q095p Maastricht),
modest:
medes (Q095p Maastricht),
modes (Q095p Maastricht),
rustig:
röstig (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
röstəch (Q095p Maastricht),
stemmig:
stummig (Q095p Maastricht),
stil:
stel (Q095p Maastricht),
stèl (Q095p Maastricht)
|
zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
dɛ:rm (Q095p Maastricht),
geschling (du.):
geslung (Q095p Maastricht),
ingewanden:
enchəwandə (Q095p Maastricht),
i:ngəwan (Q095p Maastricht),
ingewanden (Q095p Maastricht),
ingewanten (Q095p Maastricht)
|
de ingewanden [ZND 01u (1924)] || ingewanden [N 10a (1961)], [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
25433 |
ingewanden van geslacht vee |
darmen:
dɛrǝm (Q095p Maastricht),
dɛ̄ǝrm (Q095p Maastricht),
geslung:
gǝsløŋ (Q095p Maastricht),
geslungs:
gǝsløŋs (Q095p Maastricht),
ingewand:
eŋǝwant (Q095p Maastricht),
ingewanden:
ęnxǝwandǝ (Q095p Maastricht),
īngǝwan (Q095p Maastricht),
inhoud:
inhājt (Q095p Maastricht)
|
Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.]
II-1
|
25434 |
ingewanden verwijderen |
pens uithalen:
[pens] ǫwthōlǝ (Q095p Maastricht)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden (maag, darmen e.d.) verwijdert. Om het dier lichter te maken en het dus gemakkelijker te kunnen ophijsen, gebeurde dit bij een rund vroeger - voordat het gebruik van katrollen e.d. meer algemeen werd - terwijl het dier nog op de burrie lag. Een bij het woordtype genoemd object wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie voor deze varianten van ''darmen'', ''pens'' e.d. het lemma ''ingewanden van geslacht vee''. [N 28, 59; monogr.]
II-1
|
33017 |
ingezaaid land |
vol:
vǭl (Q095p Maastricht)
|
Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.]
I-4
|
25447 |
ingezouten |
gezouten:
gǝzājtǝ (Q095p Maastricht),
ingezouten:
ēngǝzātǝ (Q095p Maastricht)
|
Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67]
II-1
|
17909 |
ingieten (met geluid) |
bobbelen:
Dit is de enige van de 13 (!) informanten voor Maastricht die dit woord opgeeft.
bobbele (Q095p Maastricht),
inschudden:
#NAME?
insjödde (Q095p Maastricht),
klatsen:
klatsə (Q095p Maastricht),
kletsen:
kletse (Q095p Maastricht),
opschudden:
#NAME?
opsjödde (Q095p Maastricht),
plenzen:
ple.nzə (Q095p Maastricht),
plotsen:
plótsje (Q095p Maastricht),
schudden:
sjötte (Q095p Maastricht),
uitschudden:
oetsjödde (Q095p Maastricht)
|
gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19271 |
ingrijpen |
ingrijpen:
in griepe (Q095p Maastricht),
ingriepe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
ingriepə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
ingrīēpə (Q095p Maastricht),
ingrĭĕpə (Q095p Maastricht),
intervenieren (du.):
interveniëre (Q095p Maastricht),
met bemoeien:
zig də mét bəmeujə (Q095p Maastricht),
tussenbeide komen:
tösse beij kome (Q095p Maastricht),
tössebeij kaome (Q095p Maastricht),
tössəbeij kōmmə (Q095p Maastricht)
|
met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24960 |
inham |
inham:
inham (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
inhām (Q095p Maastricht),
inhàm (Q095p Maastricht),
īnhàm (Q095p Maastricht),
krib:
krib (Q095p Maastricht)
|
inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21687 |
inkomsten |
inkomen:
ut inkoume (Q095p Maastricht),
loon:
loen (Q095p Maastricht),
salaris:
salaris (Q095p Maastricht)
|
inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|