e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sintels kraaien: krɛjǝ (Maastricht) Geheel of half uitgebrande stukken steenkool. Zie voor het woordtype kraaien (Q 95) ook het Waalse ɛcrah√™ɛ, ø̄̄morceau de houille incomplètement br√ªléø̄̄.' [monogr.] II-8
sinterklaas sinterklaas: sentərklaos (Maastricht, ... ), Sinter Klaos (Maastricht), Sinterklaos (Maastricht, ... ), sintərklaos (Maastricht) 6 december, Sint Nicolaas, Sinterklaas [tsinterkloaës]. [N 96C (1989)] || Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)] || Sinterklaas: a) de naam van de heilige; het (kinder)feest. III-3-2, III-3-3
sissen blazen: blaoze (Maastricht), fluiten: flēūte (Maastricht), fluitə (Maastricht, ... ), sissen: sissen (Maastricht, ... ) een scherp geluid voortbrengen door lucht of damp met kracht uit een nauwe opening te doen stromen [sissen, tissen] [N 91 (1982)] III-4-4
sjacheraar patser: patser (Maastricht), sjachelaar: ene sjacheleer (Maastricht), sjacheleer (Maastricht), sjacheraar: sjachereer (Maastricht, ... ) sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
sjacheren sjachelen: sjachelen (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  sjàchele (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!  sja.ggele (Maastricht), sjacheren: sjachere (Maastricht, ... ) Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] III-3-1
sjalot keen: eigen spellingsysteem  keen (Maastricht), klein un: Endepols  klein un (Maastricht), pijp: ook: unnekes  piepe (Maastricht), sjalot: sjalot (Maastricht), Endepols  sjalot (Maastricht), ook: sjarlotte  sjalotte (Maastricht), WBD/WLD  sjālòt (Maastricht), WLD  sjalot (Maastricht), sjarlot: sjarlot (Maastricht, ... ), sjerlot (Maastricht, ... ), sjerlotte (Maastricht), Endepols  sjarlot (Maastricht), sjarlotte (Maastricht), WBD/WLD  sjarlot (Maastricht), sjàrlòt (Maastricht), WLD  sjàrlòt (Maastricht), unnetje: WBD/WLD  unnəkə (Maastricht), WLD  unnəkəs (Maastricht) [DC 13 (1945)]Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] || sjalotten (pl) I-7
sjees sjees (<fr.): sjees (Maastricht, ... ), sjeès (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  sjèès (Maastricht) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjerp ceintuur: sentuur (Maastricht), sjerp: sjerp (Maastricht, ... ) sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)] III-1-3
sjoelbak sjoelbak: sjoelbak (Maastricht), sjūlbak (Maastricht) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
sjoelen sjoelen: sjoele (Maastricht), sjūlə (Maastricht) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2