e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kort onderrokje kort onderschortsje: kèùrt oondersjêûtske (Mechelen) onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3
kort schortlint kort snoer: kòtte sjnêûr (Mechelen), lint: lienger (Mechelen) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig dempig: dempeg (Mechelen), dempig (Mechelen), kort: kort vaan ao.m (Mechelen), kot (Mechelen), kŏt (Mechelen) dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte broek korte broek: kötte brook (Mechelen, ... ) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte laars halve stevel: hôôve stivvel (Mechelen) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderbroek: kôôte oonderbrook (Mechelen), onderbroek: onderbrook (Mechelen) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas joppe (du.): jop (Mechelen), korte overjas: kötte uverjas (Mechelen) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
kortwieken leewieken: lēwikǝ (Mechelen), stoepen: štupǝ (Mechelen) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kossem borst: bōǝrš (Mechelen) Huidplooi of kwab onder de hals van een rund. [N 3A, 107] I-11
kosten doen: wat duut de bagge (Mechelen), gelden: gèlle (Mechelen), wat gééle de bagge (Mechelen), kosten: wat kooste de hoonder (Mechelen) aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)] || Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1