e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuit tuitel: teutel (Mechelen), tuitel (Mechelen) tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] III-2-1
tulband radong: redong (Mechelen, ... ), Syst. WBD  redòng (Mechelen) Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)] III-2-3
tussenklauwontsteking slak: šlɛk (Mechelen) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
twee centiem cent: unne sang (Mechelen), twee centiem: twei centiem (Mechelen), twee centiemen: twieje centieme (Mechelen) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
twee frank twee frank: twei frang (Mechelen, ... ), ps. invuller heeft voor de waarde geen fonetische notering gegeven!  2 frang? (Mechelen) 2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
tweede grasoogst ø̜ø̜(ww)ø̜ø̜: āfwęi̯ǝ (Mechelen) Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b] I-3
tweede klaveroogst tweede schaar: twai̯dǝ šǫr (Mechelen), tweede snit: twai̯dǝ šnit (Mechelen) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede verkoping gebod: gebod (Mechelen), opbod: opbod (Mechelen), toeslag: touwsjlag (Mechelen) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
twintig frank twintig frank: twintig frang (Mechelen, ... ), vier stukken: veer stuk (Mechelen) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
uienpannenkoek ajuinenkoek: unnekaok (Mechelen), Syst. WBD  unnekook (Mechelen) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3