e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teek teek: teak (Mechelen), tééke (Mechelen), WLD  teek (Mechelen) teek [DC 30 (1958)] || teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)] III-4-2
teelballen, testes klitsen: kløtsǝ (Mechelen), kloten: klōtǝ (Mechelen) [JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38] I-9
teellid schacht: šax (Mechelen), schachtpummel: šaxpumǝl (Mechelen) Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b] I-9
teelzak buidel: bȳl (Mechelen  [(buidel: zak)]  ) [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a, 37b en 38] I-9
teen teen: tiejn (Mechelen, ... ), tiejne (Mechelen), tījən (Mechelen), tên (Mechelen) teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)] III-1-1
teentreder tenentreder: tīnǝtrɛi̯nǝr (Mechelen) Paard met naar binnen gedraaide hoeven, waarvan het het voorste deel eerst op de grond zet, omdat een achterpees lam is; daardoor heeft het geen vlotte gang. [N 8, 84b] I-9
tegelijkertijd galopperen en draven fetteren: fɛtǝrǝ (Mechelen), klabieteren: klābitǝrǝ (Mechelen) Gelijktijdig galopperen en draven, bijv. met de voorpoten galopperen en met de achterbenen draven, ofwel afwisselend draven en galopperen. De correspondenten kennen hiervoor weinig specifieke woorden: enkel fetteren en springen. Er komen wel een aantal klanknabootsende woorden voor in de betekenis "snel, wild lopen". [N 8, 20, 81c en 81e] I-9
tegen de draad in schaven tegen de draad schaven: tē̜gǝ dǝr drǭt šāvǝ (Mechelen) Tegen de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 115] II-12
tegen de draad inschuren tegen de draad schuren: tē̜gǝ dǝr drǭt šūrǝ (Mechelen) Het hout tegen de richting van de houtvezels schuren. [N 53, 155f] II-12
tekenaar tekenaar: tēkǝnēr (Mechelen) De persoon die de werktekeningen maakt. [N 53, 205c] II-12