19663 |
toilet |
achter:
āxtər (L217p Meerlo),
bestekamer:
bēͅstə kāmər (L217p Meerlo),
huisje:
hyskə (L217p Meerlo),
schijthuis:
sxithys (L217p Meerlo)
|
schijthuis, plat voor W.C. || toilet, w.c. || w.c. || w.c., toilet
III-2-1
|
21380 |
tol betalen |
tol betalen:
tōl betale (L217p Meerlo)
|
tol betalen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21215 |
tolboom |
slagboom:
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
slagboeëm (L217p Meerlo)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21381 |
tolgaarder |
tolbaas:
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
tolbaas (L217p Meerlo),
tolgaarder:
tolgaarder (L217p Meerlo)
|
de beambte die tol [bijv. bij een brug] in ontvangst moet nemen [brierman, commies, tolbaas, tolgaarder] [N 90 (1982)] || tolgaarder [SGV (1914)]
III-3-1
|
17859 |
tollen |
draaien:
dreie (L217p Meerlo)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19542 |
tondeldoos |
tondeldoos:
tontəlduəs (L217p Meerlo)
|
tondeldoos
III-2-1
|
23097 |
toneel |
toneel:
tonieël (L217p Meerlo)
|
Toneel.
III-3-2
|
22658 |
toneelspel |
voorstelling:
vørsteͅleŋ (L217p Meerlo)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
loate kiĕke (L217p Meerlo),
tonen:
töönne (L217p Meerlo)
|
tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (L217p Meerlo)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|