e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofd (spotnamen) bles: blès (Meerssen), bolles: böles (Meerssen), bəlləs (Meerssen), knikker: B.v. enne kale knikker.  knikker (Meerssen), knots: knotš (Meerssen), knoəs (Meerssen), knötsj (Meerssen), knətš (Meerssen) [N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)] || voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: ut hoofaltaor (Meerssen) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofdbord bok: bǫk (Meerssen) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofddoek plag: plak (Meerssen), plaggetje: plekske (Meerssen) hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas geperste kop: gepeersde kop (Meerssen), hoofdvlees: huitfleisj (Meerssen) hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen begijnenkap: begiene kap (Meerssen) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3
hoofdkussen kussen: køͅsə (Meerssen) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdpijn koppijn: koppien (Meerssen, ... ) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdwort eerste treksel: iǝrštǝ tręksǝl (Meerssen) De vloeistof die de eerste keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 46; N 35, 40; monogr.] II-2
hoogdag hoogtijd: hwogtij (Meerssen) Een hoge kerkelijke feestdag [hoogdag, hoogtijd]. [N 96C (1989)] III-3-3