25718 |
beslagkuip |
beslagbak:
bǝšlāxbak (Q099p Meerssen)
|
De kuip waarin moutmeel en water worden gemengd. Vaak werd de beslagkuip ook gebruikt als roerkuip, terwijl men in later tijden daarvoor een aparte roerkuip ging hanteren. Zie daarom ook de semantische toelichting bij de lemmata ''roeren'' en ''roerkuip''. De invuller uit Q 99 merkt op dat het water in de beslagbak een temperatuur had van 70 à 72 graden Celsius. De inhoud van deze bak bedroeg 40 hectoliter waarvan uiteindelijk 34 à 35 hectoliter overbleef. Zie afb. 5. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata ''beslaan'' en ''beslag''. [N 35, 28; monogr.]
II-2
|
23937 |
besloten tijd |
gesloten tijd:
gesjlote tied (Q099p Meerssen)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21532 |
besteken |
besteken:
bestèke (Q099p Meerssen)
|
Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
23507 |
bestelde mis |
bestelde mis:
besjtelde mès (Q099p Meerssen),
bestèlde mès (Q099p Meerssen)
|
Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21241 |
bestelwagen |
bestelwagen:
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
bestelwagen (Q099p Meerssen)
|
bestelwagen
III-3-1
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
bes:
bes (Q099p Meerssen),
besse (Q099p Meerssen)
|
bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)]
I-7
|
18845 |
beteuterd |
beteuterd:
beteuterd (Q099p Meerssen)
|
beteuterd [SGV (1914)]
III-1-4
|
18378 |
beugeltas |
beugeltas:
beugeltèsch (Q099p Meerssen)
|
tas, sierlijke ~ met beugel die men s zondags op de overrok draagt [beugeltes] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24561 |
beuk |
beuk:
beuk (Q099p Meerssen),
-
beuk (Q099p Meerssen),
bruine beuk:
-
broenbeuk (Q099p Meerssen)
|
beuk [SGV (1914)] || beuk (Fagus) [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
24468 |
beukennootje |
beukennootje:
-
beukeneutsjes (Q099p Meerssen)
|
beukennootje [DC 39 (1965)]
III-4-3
|