23534 |
zondagmissaal |
zondagsmissaal:
zoondagsmessoal (Q099p Meerssen)
|
Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23935 |
zondagschender |
zondagsschender:
zoondagsjenner (Q099p Meerssen)
|
Iemand die zich niet houdt aan de zondagsrust (zondagschender). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18670 |
zondagse kleren |
`s zondagskleren:
sondeskléjer (Q099p Meerssen),
goede kleren:
gooi kleier (Q099p Meerssen)
|
De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23339 |
zonde |
zonde:
ein zung (Q099p Meerssen),
zung (Q099p Meerssen)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] || zonde [SGV (1914)]
III-3-3
|
23340 |
zonden |
zonden:
zung (Q099p Meerssen)
|
zonden (mv.) [SGV (1914)]
III-3-3
|
18342 |
zool van een schoen |
zool:
zaol (Q099p Meerssen)
|
zool van een schoen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
28991 |
zoom |
zoom:
zǫwm (Q099p Meerssen)
|
De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.]
II-7
|
20189 |
zoon |
jong:
jong (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen),
jông (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
kind:
kind (Q099p Meerssen),
mannetje:
cf. WNT s.v. "menneke"; cf. VD s.v. "manneke
klein menneke (Q099p Meerssen),
zoon:
zoon (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen)
|
(zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] || zoon; de zoon van de smid is timmerman; volw. [DC 12a (1943)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
20826 |
zout |
zout:
zauwt (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
zöut (Q099p Meerssen)
|
zout [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
19222 |
zuchten |
zuchten:
zuchte (Q099p Meerssen)
|
zuchten [snokke] [N 10 (1961)]
III-1-4
|