e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinbonen labbonen: labuən (Meeswijk), molletje: vicia faba; boon met dikke vette peul om groen te eten  moͅləkə (Meeswijk) molleboon || tuinboon, labboon I-7
tuingeranium geranium: žə’rānijom (Meeswijk) geranium III-2-1
tuinhuisje zomerhuisje: zōəməryskə (Meeswijk) tuinhuisje, prieel III-2-1
tuinkervel kervel: kerəvəl (Meeswijk), anthriscus cerefolium  kervəl (Meeswijk) [Goossens 1b (1960)]kervel I-7
tuinmelde schutsmelde: atriplex hortensis  šøͅtsmilj (Meeswijk) tuinmelde I-7
tuit tuitel: tøͅi̯təl (Meeswijk) tuit, pijp of buis aan een koffiekan of gieter III-2-1
tulp tulp: tøləp (Meeswijk) tulp III-2-1
tussenklauwontsteking gekloven poot: (mv)  gǝklōǝvǝ pȳǝt (Meeswijk), slak: slɛk (Meeswijk) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
twijg wis: wes (Meeswijk) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twijg, jonge tak gors: gurs (Meeswijk), rijs: rī.s (Meeswijk), wis: wes (Meeswijk) takje, twijg || twijg || twijg, teen III-4-3