e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duivin, vrouwelijke duif zij: zij (Meeswijk), z‧ej (Meeswijk) duif, wijfje [Goossens 2a (1963)] || duivin III-4-1
duizelig dol: dul (Meeswijk), duizelig: duzelig (Meeswijk), verduizeld: verduseld (Meeswijk) hoe is of wordt iemand die bang is op een hoogte (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] || hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] || hoe is of wordt iemand die lang heeft rondgedraaid (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
duizendknoop bamboe: polygonum cuspidatum  bambu (Meeswijk) japanse duizendknoop III-4-3
duizendschoon jonkertje: jøŋkərkə (Meeswijk) duizendschoon (Dianthus barbatus L.) III-2-1
dunne melk dunne melk: døn mɛlǝk (Meeswijk) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
durfal waaghals: waogàls (Meeswijk) waaghals III-1-4
durven dorren: dòrrə (Meeswijk) durven III-1-4
duur duur: deur (Meeswijk) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
dwangbuis dwangbuis: dwangbuis (Meeswijk) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalkjes, egscheien dwarsbalken: dwēǝ.s˱bɛ.lǝk (Meeswijk), dwīǝ.s˱bɛ.lǝk (Meeswijk) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2