| 21013 |
bessenlikeur |
bratselaartje:
Een likeur van 19 graden en op basis van bosbessen en honing
Bratselèèrke (L364p Meeuwen)
|
een streekdrank in Meeuwen-Gruitrode
III-2-3
|
| 21673 |
besteden |
besteden:
besteden (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21532 |
besteken |
schenken:
schenken (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21861 |
bestellen |
bestellen:
bestellen (L364p Meeuwen)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 18922 |
bestemmen |
bestemmen:
bəstemə (L364p Meeuwen),
betijen:
(= laten begaan).
betijen (L364p Meeuwen)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25105 |
bestendig weer |
klare lucht:
klaar lucht (L364p Meeuwen),
vast (weer):
vàst (L364p Meeuwen)
|
lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 33607 |
besvrucht, algemeen |
beer:
biêr (L364p Meeuwen),
bīər* (L364p Meeuwen)
|
bes || bes, bei
I-7
|
| 21471 |
betalen |
betalen:
de moos geld hemmen om te konnen betalen (L364p Meeuwen),
de moost geld hemmen om konnen te betalen (L364p Meeuwen)
|
Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
| 18845 |
beteuterd |
bedremmeld:
bedremmeld (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
beteuterd:
beteuterd (L364p Meeuwen),
bətītərt (L364p Meeuwen),
sip:
sep (L364p Meeuwen)
|
op zijn neus kijkend, erg teleurgesteld zijnd [sip, arig, dreuig, vernepen, suf, onnozel, bedonderd] [N 85 (1981)] || van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 27448 |
beton |
beton:
bǝtoŋ (L364p Meeuwen),
bǝtǫn (L364p Meeuwen)
|
Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.]
II-9
|