e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
open broed open broed: ōpǝ brut (Meijel) Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c] II-6
open kant open kant: ōpǝ kant (Meijel) De naar buiten uitstekende zoolband van een schoen. Zie afb. 44. [N 60, 105a] II-10
open kant [wld ii.10, p. 44] open kant: ōpə kant (Meijel) De naar buiten uitstekende zoolband van een schoen? (open kant?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
openbare verkoop koop: koejp (Meijel), koopdag: ps. letterlijk overgenomen.  koe:pdag (Meijel), openbare verkoop: oopənbaarə vərkôep (Meijel), veiling: véjling (Meijel), (bij huizen, landerijen).  veiling (Meijel), verkoop: ps. letterlijk overgenomen.  verkoe:p (Meijel) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || Hoe noemt u: de veiling [N 71 (1975)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbare weg baan: baan (Meijel), grote weg: grôetə wéch (Meijel), klinker: klinker (Meijel), weg: Note v.d. invuller:  weg (Meijel) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
openbreken openbreken: ōpǝbrę̄kǝ (Meijel) De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194] II-3
openbroek met linten boks: heel vroeger oope boks (was niet met kleppen)  bŏks (Meijel), snoerenboks: snurebôks (Meijel) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opening in een galmgat galmgat: galəmgat (Meijel), gat: gaat (Meijel), lok: loek (Meijel) Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)] III-3-3
openpersen gladstrijken: glatstrikǝ (Meijel) De naden aan weerszijden platpersen of openpersen. [N 59, 186] II-7
opereren opereren: operere (Meijel), opereren (Meijel, ... ) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2