e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rafel rafel: raffel (Meijel), reifel (Meijel), réjfel (Meijel), refel: ręjfǝl (Meijel) Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)] || Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || rafel, gezegd van een stuk stof || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW] II-7, III-1-3
rafelen rafelen: raafələ (Meijel), raffele (Meijel), reifele (Meijel), réjfele (Meijel), refelen: ręjfǝlǝ (Meijel), uitrafelen: utjrafelen (Meijel), øtjrāfǝlǝ (Meijel) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || Hoe zegt U: de stof zal rafelen? [N 62 (1973)] || rafelen, gezegd van een stuk stof || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenjager: spinnejaeger (Meijel), spinnejèger (Meijel) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
raglanmouw raglanmouw: raxlanmǭw (Meijel) Mouw die niet op de gewone wijze is ingezet in het armsgat maar een geheel vormt met de rest van het kledingstuk. [N 62, 34b] II-7
ragout van gebraden gevogelte ragout: ragoe (Meijel) Hoe noemt U: Ragout van gebraden gevogelte (salmi) [N 80 (1980)] III-2-3
rails gleis (du.): gleiz (Meijel), rails (<eng.): rils (Meijel, ... ) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
raket rattekruid: eigen spellinsysteem staat meestal met bossen bij elkaar  rattekroed (Meijel) Gewone raket (sisymbrium officinale 30 tot 70 cm groot. De stengels zijn behaard, de zijtakken groeien afstaand; de bladeren zijn diep ingesneden en gedeeltelijk spiesvormig met 2 slippen aan de voet, de bladeren zijn kort behaard; de bloemen zijn klein [N 92 (1982)] III-4-3
ramen lappen lappen: lappe (Meijel), ramen zemen: raamə zîemə (Meijel), zemen: zeme (Meijel) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] III-2-1
rammelaar rammel: rammel (Meijel), rammelaar: rammelaar (Meijel, ... ) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Meijel), rammələ (Meijel) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4