e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoft, kwart van een werkdag schoft: sjoft (Meijel), sjóft (Meijel, ... ) een vierde deel van een werkdag [schoft, schof, poos] [N 91 (1982)] || kwart van een werkdag III-4-4
schoftzadel karzadel: karzāl (Meijel) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokken stuiken: stukǝ (Meijel) Gezegd van een kar of wagen. [N 17, 97] I-13
schol platvis: oude spelling  plaatvis (Meijel), schol: cassettebandje  sjol (Meijel, ... ), oude spelling  schol (Meijel) Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)] III-2-3
scholekster scholekster: šoͅleͅkstər (Meijel) scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)] III-4-1
schommel schommel: sjomel (Meijel), sjoͅməl (Meijel), sjómmel (Meijel), /  sjómmel (Meijel), sturejan: stuurrejan (Meijel), styrəjan (Meijel), /  stuurrejan (oud) (vero.) (Meijel) Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || schommel [SND (2006)] || Schommel: een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft. || Sturejan: een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft. || sturenjan [SND (2006)] III-3-2
schommelen schommelen: sjoͅmələ (Meijel), sjómmele (Meijel), sturejannen: stuurrejanne (Meijel), styrəjanə (Meijel), sturen: sture (Meijel) Schommelen: zich op een schommel heen en weer bewegen. || Sturejannen: zich op een schommel heen en weer bewegen. || Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)] III-3-2
school school: šol (Meijel) school [RND] III-3-1
schoolbordenverf schoolbordenverf: sxǫlbordǝvɛ̄rǝf (Meijel) Speciale verfsoort die diepzwart opdroogt, een kalkdof, enigszins ruw oppervlak vertoont en bestand is tegen afwassen met water. [N 67, 29] II-9
schoolcijfer punt: punt (Meijel) cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)] III-3-1