e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

Gevonden: 1821
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kegels (mv.) kegels: be də ke.gəls wɛ.rtər nəmi.ə gəspɛlt (Meldert) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: kɛldər (Meldert) kelder [RND] III-2-1
kelk kelk: øn keͅlk (Meldert) Een kelk. [ZND A1 (1940sq)] III-3-3
kerel kerel: kēərəl (Meldert), kɛ.rəl (Meldert) kerel [RND], [ZND m] III-3-1
kerk kerk: kerək (Meldert), ən hugə kerk (Meldert), ən kerk (Meldert) Een hoge kerk. [ZND A2 (1940sq)] || Een kerk. [ZND A1 (1940sq)] || Kerk. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kermis kermis: kɛrəməs (Meldert) kermis [RND] III-3-2
kettingeg, weide-eg ketting[eg]: kęteŋ[eg] (Meldert) De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2
keuken keuken: kø͂ͅkə (Meldert) keuken [ZND 12 (1926)] III-2-1
keukenrek rek: rɛk (Meldert) de plank waarop het keukengerief wordt gezet [ZND 32 (1939)] III-2-1
kiel kiel: ki:əl (Meldert), kīl (Meldert) kiel [ZND A2 (1940sq)], [ZND m] III-1-3