e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: juŋ (Merkelbeek), liefste: leefste (Merkelbeek) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is jong: juŋ (Merkelbeek), verloofde: verloofde (Merkelbeek) (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
juffrouw juffrouw: juffrouw (Merkelbeek), meidje: meedje (Merkelbeek) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
jukbeen kinbak: kinbakke (Merkelbeek) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
juweel diamant: diamant (Merkelbeek) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak kaak: kaak (Merkelbeek, ... ), kinnebak: kìnəbàk (Merkelbeek) kaak [DC 02 (1932)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakgestel kinbak: kinbak (Merkelbeek) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaantjes krappen: krabbe (Merkelbeek) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaart met prentje schildje: sjildje (Merkelbeek) Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten bijnemen kopen: kope (Merkelbeek) Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)] III-3-2