e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huid huid: hûût (Merselo), Recenter.  huud (Merselo), vel: vel (Merselo) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huidschilfers schilfers: schilfer (Merselo) schilfer [SGV (1914)] III-1-2
huif van de huifkar huif: hūf (Merselo) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13
huifkar huifkar: hūfkar (Merselo) Benaming voor een hoogkar waarop men een huif gezet heeft, zodat de kar voor personenvervoer gebruikt kon worden (bijv. bij kerk- en marktbezoek). Soms werd de huifkar ook voor vrachtvervoer, bijv. van meel, gebruikt. Zie ook het lemma molenkar in wld II.3. De huif was een linnen doek die over houten hoepels gespannen werd. Deze hoepels werden op hun beurt tegen de zijkanten van de kar bevestigd. Bovendien hing men aan de kar een trede, die het instappen vergemakkelijkte. [N 17, 10a + 15; N G, 51; JG 1a; S 15; L 27, 33; L 1a-m; R 3, 61; monogr.] I-13
huilen beuken: bäöke (Merselo), huilen: hule (Merselo, ... ), schreeuwen: schrewwe (Merselo), schröwwe (Merselo) huilen ve hond of wolf || huilen, schreien || overmatig huilen || schreien, huilen III-1-4, III-2-1
huilen, schreien huilen: gering  hule (Merselo), schreeuwen: schrĕwwe (Merselo) schreien [SGV (1914)] III-1-4
huis, woning huis: huus (Merselo, ... ), Hoe langer hoe wieër van huus rake: steeds verder van het gestelde doel raken Ieder huus hit zien kruus: iedere familie kent wel eens zorgen en verdriet HuËs zien kruËs: wie huizen verhuurt heeft altijd last en ongemak  huus (Merselo), knip: wat is dat toch een âlde knip  knip (Merselo) benaming voor een huis || huis [SGV (1914)] || woning III-2-1
huishouden huishoud: huushalt (Merselo) huishouden [SGV (1914)] III-2-1
huislook huislook: huusloeëk (Merselo), putlook: vetplantje  putloeëk (Merselo) huislook, daklook || putlook III-4-3
huismus, mus korenmus: koormus (Merselo), kormus (Merselo), kóormus (Merselo), kóormusse (Merselo), korenzeiker: korrezejker (Merselo), mus: mus (Merselo) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || huismus [DC 06 (1938)] || musch [SGV (1914)] || musschen (mv.) [SGV (1914)] III-4-1