e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meid, dienstmeid bode: bōi̯ (Merselo), maagd: māt (Merselo), māǝt (Merselo), meid: mɛi̯t (Merselo) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn doornstruik (dorre-): dŭrzestroek (Merselo) haagdoorn [SGV (1914)] III-4-3
meikever meikever: meikever (Merselo), mulder: mulder (Merselo) meikever [SGV (1914)] III-4-2
meisje deern: dén (Merselo), ding: ding (Merselo), maagdje: mechje (Merselo), megje (Merselo), mêgje (Merselo), cf. Venrays Wb. p. 346 s.v. "megje  megje (Merselo), meid: mejd (Merselo), meidje: mádje (Merselo) meisje [SGV (1914)] || meisje dat nog in peuter/kleuter-leeftijd is || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meid: meid (Merselo, ... ), mejd (Merselo) Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] || meisje waarmee men verkering had (vroegere benaming) III-2-2
meisje met wie men verloofd is aanstaande: ánstónde (Merselo), meid: meid (Merselo) aanstaande, verloofde, vriend(in) || Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
melde schietmelde: schietmeld (Merselo) melde, witte ganzenvoet III-4-3
melk melk: mɛlk (Merselo), romen: ruǝmǝ (Merselo), rō.mǝ (Merselo), rōmǝ (Merselo), rōǝmǝ (Merselo) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk zeven zijen: zei̯ǝ (Merselo) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkafromer romer: rȳǝmǝr (Merselo) De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.] I-11