e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het misboek omdragen misboek omdragen: misboek umdrage (Merselo) Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)] III-3-3
het vuur aansteken aansteken: ánstaeke (Merselo), Gillie het dat vuurke ángestòkt  ánstaeke (Merselo), aanstoken: anstoke (Merselo) aansteken || aanstoken [SGV (1914)] || doen ontsteken/ vlam vatten III-2-1
het vuur doven uit laten gaan: ⁄t vuur uut laote gaon (Merselo), uitdoen: Ge mòt de lámp ientieds uutdo‰n  uutdoēn (Merselo), uitmaken: ⁄t vuur uutmake (Merselo) (uit)doven || doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
hete bliksem hete bliksem: hettenbliksem (Merselo) stamppot van aardappelen met peren of appelen III-2-3
heten heten: heeite (Merselo) heeten [SGV (1914)] III-2-2
heup heup: heup (Merselo, ... ), hēūp (Merselo) heup [SGV (1914)] || heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
heuvel, kleine hoogte hoogte: jhögte (Merselo) hoogte [SGV (1914)] III-4-4
hiel hak: hak (Merselo, ... ), hāk (Merselo), NB: iemend op de hiele zitte  hak (Merselo) hak (hiel) [DC 01 (1931)] || hak (van de voet) [SGV (1914)] || hiel, hak [SGV (1914)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: hi aardt no zien vader (Merselo), hij aart nao zien vaader (Merselo) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)] III-2-2
hijgen hijgen: hiege (Merselo) hijgen (naar adem) [SGV (1914)] III-1-2