e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schommel rui: rø͂ͅj (Merselo), schommel: schommel (Merselo) schommel [SGV (1914)] III-3-2
school school: sxol (Merselo) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schooljongen: sxuljuŋə (Merselo) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoolopziener schoolopziener: schŏŏlopziener (Merselo) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: schondòchter (Merselo), schóndaochter (Merselo), schôndochter (Merselo) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: schonmōēder (Merselo), schoonmoeder (Merselo), schónmoēder (Merselo) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: schonaalders (Merselo), schonelders (Merselo), schònelders (Merselo), schónâlders (Merselo) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: schonvader (Merselo), schónvader (Merselo), schônvader (Merselo) schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzoon schoonzoon: schonzoon (Merselo), schónzoeën (Merselo), schônzoon (Merselo) schoonzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzuster schoonzuster: schónzuster (Merselo), J(onger) V(enraays)  schónzuster (Merselo), zweegster: zwee.igster (Merselo), zwēgster (Merselo), zwieëgster (Merselo), neen  zwie-egster (Merselo), O(ud) V(enraays)  zwieëgster (Merselo) schoonzuster [SGV (1914)] || schoonzuster; Bestaan er verschillende woorden voor de zuster van den man of de vrouw, en de vrouw van den broeder? [DC 05 (1937)] III-2-2