e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsbalkjes, egscheien dwarsbalken: dwars˱balǝkǝ (Merselo) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven dwarsdrijven: dwarsdrīēve (Merselo) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4
dwarsdrijver dwarsdrijver: dwarsdrīēver (Merselo), dwarsklepel: dwersklippel (Merselo), dwarsknuppel: dwersknippel (Merselo), dwarskop: dwerskop (Merselo), warsdrijver: wérsdriēver (Merselo), warskop: werskop (Merselo), wérskop (Merselo) dwarsdrijver [SGV (1914)] || dwarsdrijver, stijfkop || weerbarstig persoon || weersbarstig persoon III-1-4
dweil dweil: dwael (Merselo) dweil III-2-1
dweilen aandweilen: ándwaele (Merselo), dweilen: dwaele (Merselo) aandweilen || dweilen, schoonmaken met een dweil III-2-1
dwingen dwingen: dwinge (Merselo, ... ) dwingen || nopen [SGV (1914)] III-1-4
echtgenoot echtgenoot: J(onger) V(enraays)  echtgenoeët (Merselo), kerel: kêl (Merselo), gering  kêl (Merselo), miene kel  kel (Merselo), mens: meens (Merselo), mins (Merselo, ... ), miene meens  meens (Merselo) (man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || echtgenoot [SGV (1914)] || man, echtgenoot III-2-2
echtgenote mens: meens (Merselo), vrouw: vrouw (Merselo), vrow (Merselo), òs vrow (Merselo), vrouwtje: vrowke (Merselo), wijf: meer ordinair  wief (Merselo) (vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)] || echtgenote || echtgenote (mijn -) || echtgenote; liefkozend || vrouw, echtgenote III-2-2
eed eed: ee.id (Merselo) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: eekheurentje (Merselo), eikheurentje (Merselo), eekkats: inkkats (Merselo), eekpoes: inkpoēs (Merselo), dim: inkpuuske  inkpōēs (Merselo), eekpoesje: inkpūūske (Merselo) eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2