e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hoeveelheid, hoop hoop: hōp (Meterik), hopen (mv.): hōpe (Meterik) hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote hoop turf hoop: huǝp (Meterik) Een hoop van ongeveer tweehonderd turven en meer. [I, 79a: A 44, 21g] II-4
grote stok grote stok: gruǝtǝ stok (Meterik) De grote stok bestaat doorgaans uit 7 slagen van 38 turven, in totaal 266 turven. [II, 63b] II-4
gruwelijk ijselijk: ijseluk (Meterik) gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4
guit guit: guŭt (Meterik) guit [SGV (1914)] III-1-4
gulden gulden: geulde (Meterik) gulden [SGV (1914)] III-3-1
gunnen gunnen: gunne (Meterik) gunnen [SGV (1914)] III-1-4
haag heg: hęx (Meterik) Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.] I-8
haam haam: hām (Meterik) Kraagvormig halsjuk van een trekpaard dat op de schouderbladen rust en zich met de bewegende schouders kan meebewegen. Het bestaat voornamelijk uit twee gebogen haamspanen (cf. lemma Haamspanen) die door middel van een haamslot (cf. lemma Haamslot) aan elkaar worden vastgemaakt. Om de nek van het paard te beschermen zijn aan de binnenkant van de haamspanen kussens aangebracht (cf. lemma Haamkussen). Aan de trekhaken van het haam (cf. lemma Trekhaken, trekogen) worden de strengen bevestigd (cf. lemma Strengen) waarmee het paard trekt. Het woord is in heel Limburg mannelijk. [JG 1a, 1b; N 13, 1; L 1 a-m; L 26, 1; R 3, 60; S 12; monogr.] I-10
haan haan: hān (Meterik), hānǝ (Meterik) Het mannetje van de hoenderen. [N 19, 39; A 39, 3c; A 6, 1a; A 2, 30; L 7, 27; L 14, 19; L 26, 17; L 1a-m; JG 1a, 1b; Wi 13; Wi 17; Gwn 5, 15 add.; Vld.; monogr.] I-12