e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klikspaan klepstaart: klepstaart (Meterik) klikspaan; Iemand die daar een gewoonte van maakt is een ...... [DC 48 (1973)] III-3-1
klokhuis kroos: kroews (Meterik) Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] III-2-3
kluit aarde kluit: klūt (Meterik) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
kluwen kluwen: klōōwwe (Meterik) kluwen [SGV (1914)] III-1-3
knecht knecht: enne nijje knēcht (Meterik) knecht, een nieuwe ~ [SGV (1914)] III-3-1
knecht, algemeen knecht: knēxt (Meterik) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden botter kneden: [botter] knęi̯ǝn (Meterik), kneden: knēi̯ǝ (Meterik) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen nijpen: nīēpen (Meterik) knellen [SGV (1914)] III-1-2
kneuzen blutsen: blutse (Meterik) blutsen [SGV (1914)] III-2-3
knie knie: knej (Meterik), knij (Meterik) knie [RND], [SGV (1914)] III-1-1