e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Millen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steken steken: stɛkǝn (Millen) Het prikken met de angel in de huid door de bijen. [N 63, 73b; Ge 37, 124; monogr.] II-6
stelen stelen: stèle (Millen) stelen [ZND 25 (1937)] III-3-1
stempelen doppen: Mondelinge informatie Ronny Keulen.  doppe (Millen) stempelen III-3-1
stier duur: dȳr (Millen) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijgbeugels stijgbeugels: stibi̯ø.gǝls (Millen) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stilstaan ju(j): jȳ (Millen) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stofblik troffel: trufəl (Millen) stofblik [ZND 21 (1936)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: sloefe (Millen) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen roe: znd 23, 60c;  ruu (Millen) stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)] III-2-2
stola stola (lat.): stola (Millen) stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3