e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moelingen

Overzicht

Gevonden: 788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kunstenaar kunstenaar: keunstener (Moelingen) Kunstenaar. [Willems (1885)] III-3-2
kwaken kweken: kwē.kǝ (Moelingen) Roepen, gezegd van de eenden. [L 37, 8b] I-12
kwartel kwartel: kwattel (Moelingen) kwartel [Willems (1885)] III-4-1
laars (alg.) bot: -> e pwar botten.  bot (Moelingen) Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3
lade lade van de tafel: ei zoals in het Franse \'in\'  lāi van də teifəl (Moelingen) lade van een tafel [ZND 37 (1941)] III-2-1
laden laden: lāi̯ǝ (Moelingen) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10
lading vracht: vraxt (Moelingen) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lam lam: lāmp (Moelingen), lammetje: lɛmkǝ (Moelingen), schaapje: šø̜pkǝ (Moelingen) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
landerijen landerijen: landerijen (Moelingen) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
lange neus lange neus: laŋ nās (Moelingen) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1