e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

Gevonden: 2015
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boot(je) boot(je): byətjə (Molenbeersel) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)] III-3-1
bord telder: teͅi̯ər (Molenbeersel) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borg blijven borg blijven: börch blīvə (Molenbeersel) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borst borst: bǫrst (Molenbeersel, ... ) Elk van de korte, zware balken door de askop, waaraan lange dunne balken met daaraan de hekwerken, bevestigd worden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1d; A 42A, 61; Sche 31] || Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9, II-3
borstkas borst: əm kōj op tə borst (Molenbeersel) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borsttuig borstgescheer: bǫrst˲gǝšīǝr (Molenbeersel) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
borstvliesontsteking fleuris: fl"rəs (Molenbeersel), fleuris (Molenbeersel) pleuris [ZND 05 (1924)] III-1-2
bos bos: bǫs (Molenbeersel) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Molenbeersel) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bot bot: bǫt (Molenbeersel) Gezegd van één of meer molenstenen. [N O, 34m; Vds 197; Jan 177; Coe 158; Grof 191] II-3